Beertje Bram in Dromenwoud
Luister naar het verhaal:
Of lees het verhaaltje voor:
Diep in dat Dromenwoud, waar de bomen zachtjes fluisteren en de lucht ruikt naar frambozen, woont Beertje Bram. Bram is een klein, knuffelig beertje met een dikke vacht en lieve, slaperige oogjes.
Elke avond, als de zon achter de heuvels zakt en de hemel roze kleurt, trekt Bram zijn zachte slofjes aan en gaat op zoek naar het allerzachtste plekje om te slapen.
Hij loopt langzaam tussen de bomen door. Zijn pootjes maken zachte stapjes op het mos.
Stap... stap... stap...
Alles is rustig in het bos. De vogels zingen hun laatste lied, en de wind wiegt de bladeren zachtjes heen en weer.
De lucht is gevuld met een warme, zoete geur — alsof de struiken vol zitten met zoete vruchten en amberbloemen.
Ruik je het ook? Bram snuffelt met zijn neusje in de lucht.
“Hmm... dat ruikt naar rust,” fluistert hij.
Bram stopt even bij de grote Eikenboom. Hij legt zijn pootjes op zijn buik en sluit zijn oogjes.
“In... en uit...” fluistert hij tegen zichzelf.
“Adem diep in... alsof je aan een bloem ruikt.” Bram snuffelt met zijn neusje in de lucht.
Maar dit keer ruikt hij iets héél bijzonders.
De geur van amber en zacht fruit zweeft door het bos.
“Hmm... dat ruikt naar dromen,” fluistert Bram.
“En adem langzaam uit... alsof je een kaarsje uitblaast.”
Hij blaast zachtjes door zijn mond, zo langzaam dat het kaarsje nét niet uitgaat.
Hij doet het nog eens.
“Ruik de bloem... en blaas het kaarsje uit.”
Zijn schouders zakken. Zijn lijfje voelt zwaar en rustig.
Dan legt Bram zich even neer in het zachte gras. Hij sluit zijn ogen en luistert naar de stilte van het bos.
Hij denkt:
“Ik ga mijn lijfje even langs.”
“Mijn tenen zijn zacht... mijn voetjes zijn rustig...”
“Mijn pootjes zijn warm... mijn buikje is stil...”
“Mijn schouders zijn zwaar... mijn oortjes luisteren naar de stilte...”
“Mijn hoofd is licht... mijn oogjes zijn moe...”
Bram glimlacht. Zijn hele lijfje is ontspannen.
Hij staat weer op en loopt verder. Hij hoort het zachte geritsel van de Droomvlinders die boven zijn hoofd dansen.
Eén vlindertje landt op zijn neus. Bram lacht.
“Sssst,” zegt hij zacht. “Het is bijna slaaptijd.”
Uiteindelijk vindt hij een knus plekje onder de Sterrenboom.
De boom buigt zijn takken een beetje naar beneden, alsof hij zegt: hier ben je veilig, hier kun je heerlijk gaan slapen.
Bram rolt zich op in een bedje van blaadjes. De geur van de amberbloemen wiegt hem zachtjes in slaap.
Nog één keer legt hij zijn pootjes op zijn buik en ademt diep in... en langzaam uit...
Hij fluistert:
“Dankjewel dag. Welkom nacht.”
En terwijl de maan op hem neerkijkt en het bos zachtjes ademt met hem mee, sluit Bram zijn oogjes.
Zijn adem is rustig.
Zijn lijf is kalm.
Zijn hoofd is stil.
En zo glijdt Beertje Bram Dromenland binnen.
Je kindje nog niet helemaal rustig? Probeer dan de ademhalings- en mindfulness oefening uit het verhaaltje nog een keertje.
Ademhalingsoefening – Adem als Beertje Bram
Ga samen liggen of zitten, met je handjes op je buik.
Fluister zacht:
“Adem in… alsof je aan een bloem ruikt.”
Voel hoe je buik een beetje omhoog komt.
“Adem uit… alsof je een kaarsje uitblaast.”
Doe het zó zacht dat het vlammetje net blijft branden.
Herhaal dit een paar keer, rustig en langzaam.
Mindfulnessoefening – Bram voelt zijn lijfje
Sluit samen je ogen en stel je voor dat je in het zachte gras ligt, net als Beertje Bram.
Fluister:
- “Mijn tenen zijn zacht…”
- “Mijn voetjes zijn rustig…”
- “Mijn pootjes zijn warm…”
- “Mijn buikje is stil…”
- “Mijn schouders zijn zwaar…”
- “Mijn oortjes luisteren…”
- “Mijn hoofd is licht…”
- “Mijn oogjes zijn moe…”
Laat elk stukje van je lijfje rustig worden…
Tot alles stil is. Klaar om te dromen.
